Betere samenwerking palliatieve zorg leidt tot minder ziekenhuis- en IC-opnames
In regio’s waar zorgaanbieders, zoals wijkverpleging, huisarts, hospices en ziekenhuis in de palliatieve fase intensief samenwerken ontvangen patiënten vaker persoonsgerichte en meer passende zorg, wat leidt tot minder ziekenhuisopnames. Patiënten en naasten ervaren daarmee een waardiger afscheid, terwijl de zorgkosten niet stijgen. Dat blijkt uit onderzoek van Palliatieve Zorg Nederland (PZNL) waarin patiëntdata van zes ‘koploperinitiatieven’ in transmurale palliatieve zorg zijn vergeleken met gegevens van een controlegroep. Ook het aantal IC-opnames valt bij intensievere samenwerking lager uit. Vanuit de koploperinitiatieven werd 0,5 procent van de patiënten opgenomen op de IC. In een vergelijkbare controlegroep die reguliere zorg ontving was dat tien procent.
Regionale initiatieven transmurale PZ – zes koplopers
De afgelopen jaren zijn tal van regionale initiatieven opgezet om de samenwerking tussen verschillende betrokken zorgaanbieders binnen de palliatieve zorg te verbeteren. Om de effecten hiervan in kaart te brengen en te kijken wat de succesbepalende elementen in de samenwerking zijn is het TAPA$-project (TrAnsmurale PAlliatieve zorg met passende beko$tiging) gestart. Het TAPA$-project bestaat uit zes regionale initiatieven waarin transmuraal werd samengewerkt (netwerkzorg).
In januari zijn de resultaten gedeeld en zijn deze te lezen in een factsheet, eindrapport en is een toolkit samengesteld. Zie Palliaweb.
Je kunt ook het Webinar over de resultaten terugkijken
|